Counter Culture shorts nummer #84 alweer. Geen zin om complete albumreviews met hele lange lappen tekst te lezen? Dan hebben wij de shorts voor je. In deze vierentachtigste editie van shorts vind je tien mooie microreviews van de nieuwe albums van Beneath The Massacre, Four Year Strong, The Amity Affliction, MOBS, Polaris, Slowly Slowly, Body Count, The Wonder Years, An Evening With Knives en Five Finger Death Punch.

Beneath The Massacre – Fearmonger (78)
De muziek van Beneath The Massacre is op zijn zachtst gezegd voor een ‘select publiek’. Verwacht een complexe mengeling van grindcore, deathcore en technische deathmetal met een vleugje melodie. Dat je met een stel topmuzikanten van doen hebt, staat buiten kijf. Er wordt vingervlug en genadeloos gemusiceerd. Rustpunten zijn er amper en het tempo is moordend. ‘Fearmonger’ voelt alsof je maag in een centrifuge wordt gestopt en op de hoogste stand wordt gezet. Dit geen gemakkelijke kost dus. Maar wat verwacht je anders van een groep als Beneath The Massacre?

Recensent: Frank van de Ven

Four Year Strong – Brain Pain (81)
Fans van melodische hardcore met een dikke poppunksaus zijn vast wel bekend met Four Year Strong. Deze band klinkt als een hardere en bozere versie van Sum 41. ‘Brain Pain’ is het vijfde studioalbum van deze gasten, maar daar is weinig van te merken. In plaats van een geroutineerde band hoor je een stel jonge honden. De leden van Four Year Strong genieten overduidelijk van hun ‘baan’ en dat resulteert in een energieke plaat. Het licht gruizige randje in de zang en de productie geeft deze schijf net dat beetje extra. Het maakt dit vijfde wapenfeit net wat gevaarlijker en spannender dan het doorsnee poppunkplaatje.

Recensent: Frank van de Ven

The Amity Affliction – Everyone Loves You… Once You Leave Them (83)
Het Australische The Amity Affliction werpt zich al jarenlang op als voorvechter voor het bespreekbaar maken van geestesziektes. Thema’s als suïcide en depressies zijn dan ook gesneden koek voor deze metalcore band. Al dekt metal noch core de lading meer van deze zevende plaat. The Amity Affliction rekt de grenzen van het genre op en flirt met pop en rock. Op ‘Everyone Loves You… Once You Leave Them’ gaat de groep verder waar het bij voorganger ‘Misery’ gebleven was. Dit album klinkt echter organischer en natuurlijk dan de voorgaande schijf. De experimenteerdrift heeft namelijk in een gevarieerde plaat geresulteerd waar snoeiharde post-hardcore naast ingetogen popmuziek staat. Wie denkt dat deze mannen hun ziel aan de duivel van de commercie hebben verkocht, heeft het mis. Net als hun genregenoten van The Devil Wears Prada beent The Amity Affliction buiten de gebaande paden en dat levert volwassen en spannende nummers op. De zang komt vanuit de tenen en ook tekstueel gezien komt de boodschap van deze band weer keihard binnen: bekommer je om je medemens en maak zelfmoordgedachten bespreekbaar. Een krachtig statement van een dappere band.

Recensent: Frank van de Ven

MOBS – Cinema Paradiso (80)
Wat zou er gebeuren als je The Jonas Brothers een week lang opsluit in een kelder en ze de opdracht geeft om niets anders te doen dan oude VHS-tapes uit de eighties te bekijken? Waarschijnlijk zou de groep dan ietwat verwilderd de studio induiken en met een licht schorre stem popliedjes maken die zo uit de jaren 80 lijken te komen. MOBS is overduidelijk geïnspireerd door films als ‘E.T.’ en ‘Stand By Me’ en series als ‘Miami Vice’. Deze Australische band combineert dikke synths met catchy gitaarpop, galm en een gladde productie. ‘Cinema Paradiso’ klinkt als een album dat zo uit de tijd van Reagan en Thatcher kon komen. Het is onwijs knap hoe authentiek dit album klinkt. Liefhebbers van sterke popliedjes met een eighties toets kunnen hun lol op!

Recensent: Frank van de Ven

Polaris – The Death Of Me (83)
Stuiterende metalcore meets nu-metal: dat is Polaris. Het duidelijk dat de chaos en gekte van Slipknot een inspiratie is voor Polaris, want dat hoor je terug in het bandgeluid. Waarin deze gasten zich onderscheiden van hun concullega’s is in hun zelfverzekerde voordracht en enthousiasme. Dit tweede studioalbum is energiek en het spelplezier spat ervan af. Ook valt op dat de clean vocals ook een rauw randje hebben, dankzij de ietwat hese vocalen. Polaris is niet zozeer de broodwinning van een stel muzikanten, maar een echt passieproject. ‘The Death Of Me’ is moderne metal zoals het hoort: passioneel en hard zonder compromissen.

Recensent: Frank van de Ven

Slowly Slowly – Race Car Blues (67)
Dat vocalen een band kunnen maken of breken, wordt pijnlijk duidelijk na het beluisteren van ‘Race Car Blues’ van Slowly Slowly. Deze Australische groep maakt lekker pittige indierock met een oldschool emo vibe. Helaas doet de onvaste zang afbreuk aan het geheel. De vocalen van de heftig articulerende frontman Ben Stewart zijn aanstellerig en soms zelfs vals te noemen. ‘Race Car Blues’ klinkt als een professionele band met een amateur achter de microfoon. Een combinatie die gewoon niet werkt. Doodzonde. Op hun debuut werkte de zwalkende zang nog wel in combinatie met de composities, maar deze keer valt Stewart finaal door de mand. Zijn bandmaten zijn geëvolueerd, terwijl hij is blijven stilstaan.

Recensent: Frank van de Ven

Body Count – Carnivore (87)
In een ver verleden was frontman Ice-T van Body Count nog gevaarlijk. Met opruiende teksten in nummers als ‘Cop Killer’ werd de man een fenomeen. Vervolgens koos hij voor een acteercarrière en een pin up als vrouw en veranderde de beruchte Amerikaan in een publiekslieveling
die zelfs je oma kon waarderen. De prioriteiten van Ice-T verschoven kort gezegd. Door het geflirt met Hollywood kwam Body Count op de tweede plaats. De laatste jaren is het weer gaan kriebelen bij de rapper en ligt de nadruk weer op het maken van muziek. Gelukkig maar, want ‘Carnivore’ is een plaat de liefhebber van rap metal niet mag missen. Het venijn druipt er vanaf en Ice-T klinkt gretig. Je hoort een man die zichzelf wil bewijzen en zijn muzikale relevantie veilig stelt. Het tempo ligt hoog en deze cross-over plaat klinkt zowel fris als vertrouwd. Albums zoals deze worden nog amper gemaakt dus is het fijn dat Body Count het genre levend houdt.

Recensent: Frank van de Ven

The Wonder Years – Burst & Decay (Volume II) (79)
Als een rockband een akoestisch album uitbrengt, is dat vaak een opmars voor ellende. De ideeën lijken op te zijn en voordat je het weet staat je favoriete rockband gevoelig bedoeld gitaargetokkel in het theater te spelen. Zo sterft rock & roll. Poppunkband The Wonder Years is echter geen doorsnee groep, dus deze release vol uitgeklede versies van geliefde tracks is geen voorbode van naderend onheil. ‘Burst & Decay (Volume II)’ is een zeldzaam voorbeeld van hoe mooi en sfeervol een in een intieme setting gespeeld nummer kan zijn. De warme voordracht van Dan ‘Soupy’ Campbell komt extra hard binnen, omdat deze de hoofdrol opeist. Gierende gitaren zijn namelijk naar de achtergrond verdreven. Ook valt op dat de liedjes lekker vlot zijn, waardoor deze EP nooit gezapig wordt. Deze kwaliteitspop blijft ook in akoestische versie overeind. Leuk tussendoortje!

Recensent: Frank van de Ven

An Evening With Knives – Sense Of Gravity (81)
Uit de donkerste krochten van Eindhoven Rockcity komt An Evening With Knives gekropen. Deze band van eigen bodem grossiert in stemmige postmetal in de lijn van Baroness, maar ook het machtige Tool heeft invloed gehad op het bandgeluid. Daarnaast heeft de sound van deze Eindhovenaren ook wel wat weg van Stake. ‘Sense Of Gravity, de tweede plaat van deze formatie uit onze eigen lichtstad (Screw you Parijs!), kenmerkt zich door logge riffs een toefje melodie en veel spelplezier. Deze gasten hebben er zin in en klappen er goed op. De tracks zitten goed in elkaar en blijven hangen. Dikke aanrader voor fans van eerder genoemde bands!

Recensent: Frank van de Ven

Five Finger Death Punch – F8 (57)
Een band als Five Finger Death Punch is lastig om te recenseren. Deze formatie bestaat namelijk overduidelijk uit een stel goede muzikanten annex zakenmensen, maar er klopt iets niet. ‘F8’ is geen album maar een marketingtool. Het komt erg gecalculeerd over: deze plaat moet een x bedrag opleveren en dat kan door element A met onderdeel B te combineren, waardoor geluid C ontstaat. Deze zouteloze herhalingsoefening zal vast bij een groot publiek in de smaak vallen, maar er zit geen greintje liefde of oprechtheid in deze schijf. Deze plaat lijkt als twee druppels op ‘And Justice To None‘ uit 2018. De gemaakte woede, de semigevoelige ballade en de neppe tough guy attitude van frontman Ivan Moody: check, check en dubbelcheck! Voor een band met flink wat jaren op de teller gebeurt er vrij weinig bij Five Finger Death Punch. De puberale teksten van Moody en de weinig gevarieerde composities zijn al jarenlang vrijwel gelijk. De vocalen worden prima gezongen en het gitaarwerk is ook van een goed niveau, maar er zit geen groei in deze band. Emotionele groei welteverstaan, want financieel gezien zal deze ‘F8’ vast aan de verw8tingen voldoen. Ben je een hondstrouwe fan van deze band en zit je niet op enige progressie te wachten dan kun je dit album blind aanschaffen en 20 punten bij de score optellen. Mensen die graag iets meer diepgang willen, maar wel genieten van soortgelijke metalpop kunnen beter hun pijlen richten op het eind vorig jaar verschenen tweede wapenfeit van Bad Wolves.

Recensent: Frank van de Ven